Het vuurvliegje wilde nét rechts afslaan bij de grote struik toen ze gegrom hoorde. Ze sloeg links om te kijken wat er aan de hand was. Ze zag een konijntje met een grote stok zwaaien en gromgeluiden maken. Ze zwaaide en ging op een steen zitten. Het konijntje zwaaide niet terug, maar gromde en sloeg met de stok tegen een boomstam aan.
Het vuurvliegje keek wat het konijntje aan het doen was, maar snapte het niet. Dus ze zat en keek.
Na een tijdje werd het konijntje moe. Ze liep hijgend naar het vuurvliegje toe en legde de stok neer. Daarna plofte ze in het gras en haalde een paar keer diep adem.
‘En? Wat denk je ervan? Zag dat er goed uit?’, vroeg ze.
Het vuurvliegje knikte. ‘Ja supergoed. Maar wat was je eigenlijk aan het doen?’
‘Harder aan het worden.’, zei het konijntje.
‘Aha’ zei het vuurvliegje en ze keek naar het konijntje. ‘Waarom dan?’
‘Omdat ik te zacht ben’, zei het konijntje.
Het vuurvliegje keek naar de oren van het konijntje, die zagen er heel zacht uit. ‘Waarom ben je te zacht dan?’
‘Ik moet harder worden’, zei het konijntje ‘Dat is beter.’
‘Ga op zoek naar wat zacht is in jezelf’, zei het vuurvliegje en ze keek dromerig.
‘Wat bedoel je daarmee?’, vroeg het konijntje
‘Dat weet ik niet precies, die woorden kwamen vanmorgen ineens bij me op’, zei het vuurvliegje. ‘Maar het lijkt alsof jij juist op zoek wil naar wat hard is in jezelf.’
Het konijntje friemelde aan de stok. ‘Ik hoef niet op zoek naar wat zacht is in mezelf, want álles is zacht aan mij.’
‘Dat is toch mooi?’, zei het vuurvliegje ‘Waarom wil je hard worden?’
‘Een vriend van mij zegt dat’, zei het konijntje.
‘Wie is dat dan?’, vroeg het vuurvliegje
‘De neushoorn’, zei het konijntje
‘Degene die altijd zo snel boos wordt?’, vroeg het vuurvliegje.
Het konijntje knikte.
‘En die laatst de koe tegen de boom had gedrukt omdat ze per ongeluk zijn thee had omgegooid?’
‘Ja die’, zei het konijntje
‘Aha’, zei het vuurvliegje ‘Dan snap ik het wel.’
Het vuurvliegje keek nog eens naar de oren van het konijntje. ‘Mag ik eens voelen? die zien er heel erg zacht uit.’
‘Ja hoor’, zei het konijntje en het vuurvliegje aaide over haar oren.
‘Ik vind het mooi dat je zacht bent’, zei het vuurvliegje ‘En ik hoop dat je zacht blijft van binnen en van buiten.’